2 – Rapper Boef

Alle vrouwen die uitgaan even in een paar zinnen fileren als hoer. Je moet t maar durven. Vooral omdat je daarmee ongeveer 80% van je eigen fans beledigd.

Wat de consequenties zijn? Op korte termijn dat er wat optredens gecancelled zijn. En misschien wat radio DJ’s die niks meer van m draaien. Dat laatste vind ik overigens nogal een wassen neus: alsof radio DJ’s hem uberhaupt draaiden. De invloed van radio is volgens mij enorm aan het afnemen: zo’n rapper Boef zal niet wakker liggen van wat gemiste airtime.

Er zijn namelijk zat mensen die op Spotify of YouTube gaan kijken wie die vent is. En dat levert hem direct weer inkomsten op. Over een paar maanden zijn we deze hele affaire alweer vergeten. Misschien worden we er tegen het einde van het jaar nog eens aan herinnerd wanneer hij wordt gepresenteerd als jeugdambassadeur Sport voor NOC*NSF.

 

1 – Eurlings

Als er íemand is die met weinig plezier zal terugdenken aan de laatste dagen van 2017 dan is het Camiel Eurlings. Eurlings zag dat – om z’n positie binnen sportkoepel NOC*NSF te handhaven hij iets moest zeggen over zijn veroordeling voor mishandeling waar hij een taakstraf voor kreeg. In de Volkskrant merkte strafrechtadvocaat Bart Swier al op dat dit een forse straf is voor een first-offender. Voor een taakstraf moet zwaar letsel worden toegebracht aan het slachtoffer, iets dat Eurlings klaarblijkelijk was gelukt. De opvolgende woorden voor ‘normale’ mensen zijn dan: ‘strafblad’ en ’taakstraf’. In het geval van Eurlings was het geen van beide woorden. Niet dat ie geen strafblad had, of een taakstraf kreeg. Hij noemde dat liever een ‘aantekening’ en ‘maatschappelijk werk’. Tja.

Maar goed: hij moest dus voor z’n werkgever iets zeggen over die mishandeling. En dat deed ie via z’n advocaat Knoops. Die had het in een statement over ‘eenvoudige mishandeling’. Dat je überhaupt een verklaring via je advocaat naar buiten laat gaan is al een bestuurder onwaardig, maar dat je je advocaat ook dít soort teksten naar buiten laat brengen is wel heel dubieus. De schade was dan ook groot, want de dagen vlak voor kerst waren perfect geweest voor een slimme ‘mea culpa’ in de vorm van een persoonlijk interview in een krant als de Volkskrant waarin Eurlings eerlijk toegegeven zou hebben fouten te hebben gemaakt die hem ook – terecht – zwaar waren komen te staan. Dan was de storm in aanloop naar de kerstdagen waarschijnlijk erg snel gaan liggen.

Door die domme woordkeuze liep Eurlings echter nog veel meer schade op: hier zat een arrogante bestuurder die z’n gedrag bagatelliseert, een hautaine werkwijze heeft en persé aan t pluche vast moet blijven plakken. Daarbij ook nog eens met de schijn van klassejustitie want waarom krijgt Eurlings wél een verklaring omtrend goed gedrag maar moet bijvoorbeeld Yuri van Gelder na een avondje doorzakken direct naar huis? Het roept de vraag op hoe we deze man ooit nog serieus kunnen nemen in z’n ambt? De sportwereld kampt met allerlei schandalen: dopinggebruik onder sporters en grensoverschrijdend seksueel gedrag van trainers en coaches. Hoe gaat iemand die zelf z’n handen niet eens thuis kan houden hier wat aan doen?

Ik denk eigenlijk dat we Eurlings niet terugzien op de Olympische spelen over een aantal maanden: daar is z’n positie simpelweg teveel onder druk voor komen te staan. Kruiperig interview in de NRC of niet: dit waait niet meer over. Als dat wél zo is dan bewijst het eens te meer dat de NOC*NSF ze allemaal niet meer op een rijtje heeft.

100 – Nummer 100

Op 12 december 2016 bedacht ik me om als voornemen 100 stukjes te schrijven. En dit is nummer 100, dat betekent dat het me is gelukt.

Wat heb ik geleerd?

Onderwerpen bedenken voor een blog is hard werken, zeker als het een soort vrij-formaat is. Het is nog moeilijk genoeg om tot originele invalshoeken te komen. Er zijn behoorlijk wat professionele columnisten-clichees die ik niet wou gebruiken, zoals van kleine persoonlijke momentjes enorme overpeinzingen maken. Heel soms was er een persoonlijke aanleiding om iets te schrijven, maar veel vaker was er een concrete aanleiding.

Zijn er blogs die me bij zijn gebleven? Niet eens. Er waren wel blogs waar ik veel plezier in had om deze te schrijven zoals zaken die me persoonlijk enorm storen: de sleepwet van Buma is daar een goed voorbeeld van. Stukken met een enigzins persoonlijke slag vond ik uiteindelijk ook vaak goed gelukt, zoals de pokertafel van Crypto. Deze werd uiteindelijk ook in de app van Buxx geplaatst.

Was het hard werken? Mwoah. Gek genoeg was ik half november al bijna klaar: die paar blogjes konden er ook nog wel bij. Ergens halverwege het jaar had ik serieuze achterstand en vreesde ik dat ik qua creativiteit nooit aan de 100 zou komen maar dat bleek allemaal dus mee te vallen.

Schrijven is wel een soort fijn tijdverdrijf gebleken: het is een prima gevoel om even een laptop open te klappen en een verhaal te typen dat in je hoofd zit. Wel kreeg ik verschillende opmerkingen dat het allemaal wel heel vrijblijvend was: sommige artikelen hadden best leuke ideeen in zich maar bleken toch niet echt tot een climax te komen. Die kritiek neem ik ter harte, en teruglezend zie ik ook een flink aantal artikelen die beter hadden gekund, en zelfs gemoeten.

Dan de cijfers. Was u alleen in het lezen? Nee, zeker niet. Ondanks de povere promotie mijnerzijds vonden ongeveer 350 lezers hun weg naar dit blog. Ze bleven daar een schamele 35 seconde: net niet lang genoeg om een heel artikel uit te lezen, vermoed ik.

Verder opvallend: de maand oktober bleek het best bezocht, de maand mei het slechts. En het best gelezen artikel? Deze: 70: Sushi eten met Vindicat.

Wordt je een betere schrijver van veel-schrijven? Misschien wel. Het dwingt je in ieder geval om het te doen, en dat is op zichzelf al best verfrissend.

Nog een nieuwtje: in 2018 geef ik een boekje uit, en ben ik een gehele (zakelijke) blogreeks aan het schrijven rondom strategie en innovatie. Dit betekent dat ik nog veel meer ga schrijven maar niet dat dit blog hiermee weer maanden stil komt te liggen.

Voor nu, een prachtig uiteinde en een geweldig 2018.

99 – Darts

Ieder jaar eindigt thuis tussen Oud en Nieuw met het kijken naar darts. Waar dat vroeger nogal een obscure sport was met vooral dikke mannen die bier dronken op het podium is dit nu uitgegroeid tot semi-professionele bezigheid. Ik vermijd hiermee het woord sport, want ik denk dat sport toch wat andere kwalificaties heeft.

Hoe dan ook: het is fascinerend wat deze mannen doen. Tussentijds waren er ook analisten in de studio en een daarvan verklaarde in de partij tussen van Gerwen en Pryce dat fitheid ook steeds meer een factor werd in de dartwereld. Reden voor deze opmerking: Pryce is een ex-rugbyer en een breedgeschouderde fitte kerel. Dat bewees ook Jerry Lewis die een aantal dagen eerder de tweede geplaatste speler Peter Wright uitschakelde: fitman – bierbuik: 1 – 0. Pryce redde het overigens net niet: Van Gerwen is in goede doen niet te stoppen, en zal dit tournooi, dat begint 2018 nog heel even verder gaat vrolijk winnen. Tussentijds zal hij nog eens vrolijk over die anti-held van van Barneveld walsen. Een man die in lastige tijden altijd zo gepijnigd kijkt alsof ie wordt bedreigt om weer postbode te worden als deze pijl niet in de trippel, dubbel of waardanook valt. Die angst om niet meer mee te komen zit er al heel lang in bij van Barneveld. Toch vreemd, awnt de man is een een absolute legende die ook echt alles gewonnen heeft wat er te winnen is. Die verslaving om maar door te spelen is ook zichtbaar bij Phil Taylor: een nogal vervelende man die desondanks maar blijft spelen en winnen.

Toch is de transformatie wel zichtbaar: het veld van geplaatste spelers is flink uitgedund en eigenlijk is het algehele niveau dichterbij elkaar gekomen. Als er volgend jaar nog wat Aziaten opduiken die uitstekend voor de dag komen en fitheid nog meer een factor wordt dan schrijf ik op deze plek een nieuw stuk: hoe darts van spelletje een sport werd.

98 – Vuurwerk

Gisteravond hoorde ik voor het eerst ergens een stuk vuurwerk ontploffen. Als kind had ik een enorme fascinatie met vuurwerk, en ik maakte al op jonge leeftijd bestellijsten in Excel die uitrekenden wat ikvoor het beschikbare budget kon kopen.

Tijdens oud- en nieuwjaar stonden we hele dagen op straat om honderden astronauten af te schieten. Rond 2 uur ’s nachts was het dan afgelopen. Moe, koud en stinkend moesten we dan weer naar binnen. Op 1 januari mocht niks meer: behalve vegen en opruimen. Maar dan was ik het ook allemaal al wel beu.

Nu zie ik het toch wel anders: die verstikkende rook iets na twaalfen: de brandjes op straat. De knallen van (illegaal) vuurwerk dat tot diep in de nacht wordt afgestoken: ik denk dat vuurwerk het bewijs is dat tradities best aan verandering onderhevig kunnen zijn. Want hoewel er groep mensen is die het prachtig vinden wordt die groep ook steeds kleiner. Het zou me weinig verbazen als deze traditie over een jaar of 2 helemaal afgeschaft wordt. Dan zijn er op centrale plekken grote vuurwerkshows, en dat is t dan wel. Misschien wel net zo makkelijk.

97 – Hired Gun

De Netflix docu Hired Gun gaat over ingehuurde sessiemuzikanten. Dit zijn bandleden van allerlei beroemde bands die mogen meetouren, maar verder nergens recht op hebben.

Al na tien minuten in de docu vraag je je toch een beetje af waar dit heen gaat, want een echt verhaal lijkt er niet te zijn. En dat gevoel blijft lang nadat de aftiteling is geweest: waar heb ik eigenlijk naar gekeken? Niet iedere documentaire op Netflix kan even populair zijn maar dit is wel een ietwat teleurstelling na het fantastische Musscle Shoals en het aardige Some Kind of Monster.

 

96 – de SP

Deze week was daar het – toch wel plotselinge – bericht dat SP leider Emile Roemer opstapt als fractievoorzitter.

Ik vond en vind de SP een enorm vat aan gemiste mogelijkheden. Dat zit zo.

De aantrekkingskracht van ‘links’ of ‘socialisme’ zat m bijna 100 jaar in het opbouwen van de gehele verzorgingsstaat. Mensen die niet konden werken kregen een uitkering, en als je ziek werd werd er via de WW voor je gezorgd. Werknemers werden beschermd, een pensioen en oudedag werd geintroduceerd. Allemaal prachtig. Linkse partijen zaten bijna altijd in kabinetten, en bereikten hun hoogtepunt met de drie paarse kabinetten onder Wim Kok, althans in mijn beleving want ik ben uit ’83 en daar start ongeveer mijn interesse in politiek.

Het ging in die tijd uitstekend met Nederland en de economie, dus echt geklaagd werd er niet. Tot een Pim Fortuyn opdook, en in een debat dingen zei waar iedereen nogal van schrok. Ad Melkert schrok tijdens het debat onder leiding van Paul Witteman zo erg dat ie bijna onder tafel schoof.

Het was het bewijs dat links eigenlijk wel uitgespeeld was: de verzorgingsstaat was volledig af, en er moesten nieuwe stokpaardjes komen. Voor immigranten werd ook goed gezorgd, want we konden het immers betalen. Maar niet iedereen was daar zo blij mee. Fortuyn was de eerste die dit onderkende en als je zijn toon nu terugkijkt dan is ie nog opmerkelijk mild ten opzichte van geluiden die je nu wel eens in PVV spotjes ziet, dit terzijde.

Terwijl links uitgespeeld was bleef met name de PvdA wel vrolijk meedoen. Tuurlijk: het is als politieke organisatie schier onmogelijk jezelf op te heffen met als reden dat je belangrijkste ideologie eigenlijk wel bereikt is. Dus blijf je maar meedoen. Misschien ook niet meer met je beste mensen, hoewel: na Ad Melkert ging Wouter Bos meedoen die dat toch heel geslaagd deed.

Toch bleef het probleem van links een beetje door-etteren en nu komen we bij de SP. Waar het PvdA traditiegetrouw had mee-geregeerd was de SP een beetje rellerige partij die langzaam een echte partij werd. Zeker met een aantal verkiezingen waarin ze verrassend veel zetels kregen.

Helaas is de SP ook zo’n partij die altijd wel overal over klaagt, maar nooit met concreet uitgedachte programma’s of punten komt. Hierdoor bleef Jan Marijnissen altijd nog wel overeind omdat ie zo geloofwaardig was, maar hadden Agnes Kant (de NOS schreef over haar in het Emile Roemer artikel: schelle stem) en ook Emile Roemer een beetje zo’n bozige peuter die overal tegen is, maar ook niet weet wat ie dan wél wil.

Doordat de PvdA in het afgelopen kabinet zat was er een uitgelezen mogelijkheid voor de SP om zich te profileren als idealistische linkse partij. Helaas lukte dat allemaal heel matig, om de reden die ik hierboven al noemde: er was nooit een plan hoe het dan wél moest. Ondanks dat de PVV maar één A4tje met plannen had was dat kennelijk voor de kiezer genoeg om alsnog voor de PVV te kiezen. Ellendig maar waar.

De komende jaren wacht Lillian Marrijnissen om de SP definitief een geloofwaardig imago te geven van een partij die zou kunnen mee-regeren. Anders heeft het niet meer zoveel zin om überhaupt mee te doen.

 

 

95 – Froome

Helaas. Vandaag was er al weer nieuws waar je als wielerliefhebber absoluut niet op wacht: Chris Froome werd betrapt op een veel te hoge waarde in z’n urine als gevolg van een medicijn tegen astma.

Als Froome hier ongeschonden uitkomt – en ik denk dat het legal team van Sky hier wel een tijd mee bezig is – dan is de wielrenner Froome beschadigd. Het lijkt domweg niet gegund: een renner die zonder ook maar enige verdenking grote rondes weet te winnen, en ook Sky en Froome moeten zich weer in allerlei juridische bochten wringen om dit goed te praten.

Als neutrale wielersportliefhebber ligt cynisme op de loer. Ongeveer alle grote rondes raken jaar- in jaar uit besmet met valsspelers. Zelfs al blijkt Froome onschuldig dan nog blijft er altijd een verdacht randje. Kan iemand met astma uberhaupt dit soort prestaties leveren? En als ie daar doping voor nodig heeft, hoe legaal is het dan eigenlijk nog dat zo iemand deelneemt? Sky zoekt opnieuw allerlei grenzen van het toelaatbare op met medische attesten, en maakt zo zichzelf en de wielersport extra verdacht. Dat is tevens precies wat het wielrennen niet nodig heeft. Wat dat betreft was Dumoulin in de Giro een enorme verademing. Niet dat hij won, maar de manier waarop hij dat deed. Ook met menselijk ongemak en hele lastige dagen. Niet dat je met diarree ineens onschuldig bent, maar het toont wel iets menselijks dat de sport nu wel goed kan gebruiken.

94 – Buitenlandse inmening met Buma

Als er één politicus is die het oude establishment zo sterk vertegenwoordigd dan is het Sybrand Buma wel. Eergisteren was hij weer eens in het nieuws met een proefbalonnetje, namelijk: een autoriteit die het Internetverkeer in de gaten gaat houden. We moeten ons volgens Buma voorbereiden op een ‘online oorlog’.

Buma weet hopelijk ook wel dat niemand dit plan serieus neemt, en dat de EU er beter aan zou doen om Google, Facebook en Twitter goed in de gaten te houden, en eventueel boetes op te leggen wegens machtsmisbruik of ongewenste inmenging in de democratie wanneer blijkt dat er manipulatie op deze platformen plaatsvindt.

Wat Buma voorstelt is naïef en schijnveiligheid. De Nederlandse overheid heeft geen middelen om zich effectief te wapenen tegen slimme digitale media bots die publieke opinie proberen te sturen. Sterker nog: Facebook zelf had veel te laat tijdens de campagne van Trump pas door wat er gebeurde met Russische advertenties en ‘fake-news’. Facebook is notabene eigenaar van het platform, en zelfs zij zien het veel te laat. Daarbij durft Facebook niet eens hardop uit te spreken wat ze eigenlijk wél weten: is de Brexit-campagne ook slachtoffer geworden van beïnvloeding? Of de opkomst van Jesse Klaver? Of die van Thierry Baudet? Facebook heeft het afgelopen halfjaar flink aan de weg moeten timmeren om tot de juiste inzichten te komen. Inzichten die CEO Mark Zuckerberg wellicht ooit gaat gebruiken om een nieuwe democraat het zadel in te helpen. Of zichzelf.

93 – Buslijn Teeven

Vandaag werd bekend dat Teeven 1,5 dag in de week als buschauffeur aan de slag gaat. Daar werd op Twitter een beetje om gegniffeld. Er werden eens wat grapjes gemaakt.

Ik vind het vooral een goed voorbeeld: Teeven, de keiharde VVD crime-fighter die na flinke blunders terugkeert in de werkende maatschappij. Niks kapotte baantjescarrousel: gewoon solliciteren en mouwen opstropen.

Je kunt ook succesvol jarenlang genieten van wachtgeld. Dat geld stroomt zonder enige tegenprestatie 2 jaar lang op je rekening. Maar je kunt ook buschauffeur worden en iets nuttigs doen.

Het pluche van een bestuursfunctie, of het pluche van zo’n bus: het zal misschien wel even anders aanvoelen. Maar de kenmerken van Teeven zijn onmiskenbaar en herkenbaar; iemand die gewoon de schouders er weer onder wil zetten. Daar kun je lacherig over doen, maar ook gewoon respect voor hebben.