De herverkiezing van Trump

Ik weet nog dat ik in de verkiezingsnacht van 8/9 november 2016 ergens midden in de nacht wakker werd en me even realiseerde dat er nu misschien wel wat meer definitief nieuws was rondom verkiezingen in de US. En jawel. Daar stond het in het felle licht van een NOS pushbericht: Trump staat stevig aan kop en heeft nog enkele staten nodig.

Nu snap ik weinig van het systeem van kiesmannen en de hele wiskunde hierachter maar één ding werd me duidelijk: de media had er flink naastgezeten. Ik was gaan slapen met het idee dat we na Obama een eerste vrouwelijke Amerikaanse president (e?) zouden krijgen. Niet dat dat idee me erg aanstond: ik vond Hillary vooral een spreekbuis van de heersende elite die op dure conferenties voor veel geld speeches had gegeven en wiens man Bill achter de schermen nog altijd een nadrukkelijke rol speelde. Een berekenende vrouw die toch vooral uit was op de macht en het bijbehorende pluche, en niet zoveel menselijks of échts in zich had. In Europa zijn we allang gewend aan vrouwelijk leiderschap dat inspirerend, gedurfd en volwassenen is. Kijk naar een Merkel of een Lagarde. Of – iets dichter bij huis – een Sigrid Kaag die vloeiend allerlei talen spreekt en niet bang is om haar nek uit te steken in het Midden Oosten.

Goed, terug naar die nacht in 2016. Ik ging slapen met een ietwat verwonderd gevoel dat de dagen daarna omsloeg in totale verbazing toen ook de media weer bij zinnen was.

Amerika was van één van de meest inspirerende personen in de geschiedenis teruggevallen tot één van de minst inspirerende rolmodellen. En was haar plek op het wereldtoneel ook direct kwijt. Want je kunt je als land behoorlijk belachelijk maken met premiers of presidenten die niet voldoen. Zonder sterk leiderschap verlaat je bijvoorbeeld geen EU, of krijg je écht dingen voor elkaar.

Inmiddels zijn we een flink aantal jaren verder, en ondanks dat de impeachment procedure nu echt in voorbereiding is zit hij eigenlijk nog steeds waar hij begon, ondanks de lange reeks aan schandalen, uitglijders en blunders.

Inmiddels maakt Amerika zich ook op voor een nieuwe verkiezingsronde die in 2020 plaats moet vinden. Aan de democratische zijde kan het feitelijk nog alle kanten op. Elisabeth Warren lijkt aardige papieren te hebben en heeft in tegenstelling tot Hillary Clinton wel degelijk een zeer humaan voorkomen. Daarbij heeft ze ook uitstekende vijanden, zoals Mark Zuckerberg die zich in een uitgelekte vergadering liet ontvallen dat hij dacht dat Warren Facebook uiteindelijk zou opknippen. Hij wou er actief werk van maken om dat tegen te gaan. Veel betere pers kun je als kandidaat eigenlijk niet krijgen. Wie zijn er dan nog meer? Bernie Sanders, de PVDA-er die rechtstreeks uit de jaren Melkert lijkt weg te komen en een – naar Amerikaanse standaarden dus – behoorlijk linksig plan heeft. Hij was de vorige verkiezingen de laatste democratische afvaller. Z’n leeftijd (74) zal ook niet helpen.

Dan hebben we nog Biden. Van hem weet ik alleen dat ie altijd nogal jolig met Obama omging. Maar wie deze man zélf is weer ik eigenlijk niet. Ik denk dat de shine van Obama niet genoeg op hem af straalt om m daadwerkelijk in de race te houden.

Andere kandidaten? Nog niets inspirerends. De kandidate die wellicht het meeste weerzin oproept bij de republikeinen kan vanwege haar leeftijd nog niet mee doen. Ik schreef eerder over AOC maar die is nog te jong om mee te doen.

Van achter de coulissen is ook Micheal Bloomberg opgestaan. De burgemeester van New York was niet de meest voor de hand liggende kandidaat, maar zelfs de stad New York is een kleine economische supermacht en Bloomberg kent eigenlijk iedereen op het wereldtoneel, en zij hem. Misschien wel een belangrijke kandidaat.

Bij de Republikeinen is vooral Trump populair en mijn stiekeme voorspelling is dat het verdeelde landschap rond de democraten uiteindelijk voor verlamming zorgt: de voorverkiezingen worden een lange strijd, die Trump zelf niet hoeft te voeren. De democratische kandidaat die het einde haalt zal moe zijn, en misschien niet zoveel inspirerende- en krachtige retoriek hebben tegen de onzin van Trump. Daarbij: alles daarover is inmiddels wel zo’n beetje gezegd. Het shockeert klaarblijkelijk niemand meer. En daarom denk ik dat we nog vier jaar Trump erbij krijgen.

Albon

Mijn vorige blog was een verhandeling over waarom Red Bull niet zo’n haast had met het vervangen van Pierre Gasly. Goed, daar zat ik dus even flink naast. Het waren toch het gebrek aan prestaties van Gasly die Red Bull uiteindelijk deed besluiten dat er iets moest gebeuren. En toen waren er nog twee opties: Albon een kans geven, of Kvyat weer terug te promoveren.

Het werd dus Albon, en het moet gezegd: in Spa ging het eigenlijk meteen behoorlijk goed, ondanks een start van achteren haalde Albon met enkele gewaagde moves een flink aantal coureurs in. En ook in Monza deed Albon redelijk goed mee. Kortom: geslaagde move?

Ja en nee.

Het lijkt er op dat Albon snelheid te kort komt om ook echt voorin mee te doen. Zeg maar het scenario dat Mercedes heeft met Bottas. Nu is dat eigenlijk ook niet zo’n probleem omdat de focus toch op Max Verstappen blijft liggen maar Albon moet wel genoeg in de buurt blijven om ook een ondersteunende rol te blijven spelen en van waarde te zijn. De komende races in Singapore heeft Albon een goede kans om te bewijzen dat hij ook probleemloos in de top 6 kan rijden. Mocht dit dit seizoen niet – structureel – lukken dan staat Kvyat volgend jaar weer klaar. Wat dat betreft is dit een echte win/win voor Red Bull gebleken: een performance test op een seizoen dat toch grotendeels verloren is qua constructeurs-titel.

Drie redenen dat Red Bull niet zo’n haast heeft met het vervangen van Pierre Gasly

Afgelopen zondag was het Max Verstappen die won. Maar teamgenoot Gasly was weer in geen velden of wegen te bekennen: sterker nog: hij werd door z’n teamgenoot op een ronde gezet. Toch verklaarde manager Christian Horner geen plannen te hebben om Gasly te vervangen. Hier drie redenen waarom Red Bull ineens wel erg veel geduld lijkt te hebben met een coureur die bepaald geen gelukkige indruk maakt.

Het is een shitty job

Op Max staat geen maat, en dat merkte Daniel Ricciardo aan het einde van het seizoen 2018/2019 ook al: hij werd in zowel kwalificatie als de race continue verslagen. Dit zal ook de reden zijn dat Vettel niet terugkeert bij Red Bull zolang Max er is.

Nummer 1/2

Red Bull heeft nooit gewerkt met een kopman en wingman zoals wel het geval is bij zowel Mercedes als Ferrari. Deze teams moesten in moeilijke situaties altijd kiezen voor één coureur. In het geval van het Ferrari duo was dit Vettel, en bij Mercedes was Hamilton altijd de meest dominante, ondanks de aardige prestaties van Bottas dit seizoen en het incidentele kampioenschap voor Rosberg. Red Bull heeft deze problemen niet, simpelweg omdat Gasly er in z’n geheel niet aan te pas komt. Dit maakt het – theoretisch – ook mogelijk om de auto van Gasly te voorzien van experimentele zaken die uit de fabriek komen en misschien nog niet 100% stabiel of betrouwbaar zijn.

Niemand beschikbaar

Ookal zou er bij Horner of Helmut Marko de behoefte bestaan om te stoppen met Gasly, wie moet er dan komen? Kvyat lijkt de beste keuze in de Toro Rosso stal, maar is het niet vreemd om iemand weer te promoveren nadat je hem wegens mindere resultaten juist tot tweemaal toe wegstuurde? Het Toro Rosso team heeft verder nog Albon, maar die heeft ook nog geen onuitwisbare indruk achtergelaten. Het zou me overigens niet verbazen als Red Bull gaat stoppen met het zusterteam Toro Rosso in 2021, maar dit voor een ander verhaal.

Kortom: er zijn voor Marko en Horner domweg genoeg redenen om de matige situatie met Gasly in stand te houden. De focus in de garage zal meer verlegd worden naar nummer 33, maar waarschijnlijk heeft niemand daar problemen mee

Formule #1 de omslag

Net toen het écht een verschrikkelijk saai en eenzijdig seizoen dreigde te worden gebeurde er gisteren in Oostenrijk iets heel bijzonders. Dat Max won was mooi, maar wat er op de baan gebeurde was eigenlijk nog veel mooier.

We zagen twee toekomstig wereldkampioenen op het scherpst van de snelde – en in de laatste ronden – knokken om de winst. Die winst ging dus naar Max, maar de strijd tussen hem en LeClerc was ronduit fantastisch om te zien.

Mercedes ondertussen deed niet meer mee. Hitteproblemen en slordigheden van Hamilton zorgden ervoor dat het team kleurkloos op plek 3 en 5 eindigde. En daar was iedereen eigenlijk ook al heel blij mee.

De kans dat we over twee weken weer een race zien in verzengende hitte lijkt niet zo groot, over twee weken staat Hamiltons thuisrace op Silverstone op het programma. Dus dan is de status quo waarschijnlijk weer terug. Maar deze zondag had alles wat F1 nodig had: spanning, sensatie, inhaalacties, fouten en strijd vanaf minuut 1 tot de allerlaatste ronde. Heerlijk

Gezien: documantaire Knock Down The House

Netflix taste diep in de buidel om deze documantaire te kopen. Na verluid werd er bijna 10 miljoen dollar besteed aan deze documantaire en daarmee is het meteen de duurste aangekochte documantaire ooit voor het platform. Maar is het ook kijkwaardig genoeg, wetende hoe het afloopt?

We volgen vier vrouwen die meedoen aan de mid-term verkiezingen in 2018. Deze verkiezingen zijn voor veel senatoren ietwat een ‘moetje’: veel van hen zijn al heel lang niet uitgedaagd. We volgen deze vier vrouwen, waarvan Alexandria Ocasio-Cortez de bekendste is geworden: zij versloeg – volledig tegen de verwachting in – Joe Crowley versloeg: de zittende senator die al sinds 2009 een senator was en was opgeklommen tot derde man in de democratische partij.

Dat het politieke landschap verdeeld en verziekt is was sinds de komst van Trump al wel duidelijk. Daarom is het mooi dat de documantaire deze vier vrouwen volgen die alle vier hun eigen motivatie hebben om mee te doen, en bepaald geen carierepolitici zijn. Je ziet in beeld wat je moet doen om in Amerika aan de bak te komen. Een eindeloze hoeveelheid flyeren, bellen en in zaaltjes spreken.

Dat de gevestigde politieke orde het de laatste jaren steeds lastiger heeft gekregen is inmiddels wel duidelijk. En dat deze uitgedaagd kan worden wordt eens temeer duidelijk. Maar dat deze ook echt verslagen kan worden, dat is geheel nieuw en dat wordt prachtig in beeld gebracht door deze documantaire waar het enige manco is dat je eigenlijk al weet hoe het eindigt: met winst voor AOC.

Zuck & de pivot*

*Pivot, startup term voor een omschakeling: een verandering in business model

De afgelopen jaren ben ik – net als eigenlijk iedereen – Facebook veel kritischer gaan volgen. Toen ik ergens in 2013 voor mezelf begon zag Facebook er nog heel anders uit. Niet geplaagd door politieke schandalen en datalekken was het een platform dat Hyves had weggedrukt, en onwijs goede mogelijkheden bood voor merken om in contract te komen met nieuwe doelgroepen.

Tientallen schandalen, datalekken en algemene bloopers later is Facebook als bedrijf flink in opspraak geraakt. Maar daar wou ik het in dit stukje eigenlijk helemaal niet over hebben. Ik wou iets schrijven over het nieuws deze week dat Mark Zuckerberg – de baas – een nieuwe richting van het bedrijf aankondigde: die van privacy en encryptie. En vooral die eerste was altijd slecht belegd bij Facebook, een bedrijf dat je tot in treurnis digitaal achtervolgt.

De afgelopen jaren kocht Facebook ook Instagram en WhatsApp, en dit waren dan ook de succesnummers want de grote blauwe reus van weleer is toch enigzins gaan lijden onder moeheid. Volgens Zuck bestaat het digitale dorpsplein niet meer en verschuift conversatie en sociale interactie naar private gesprekken in groepsapps – zoals WhatsApp.

Ik denk niet dat dit perse komt doordat de sociale interactie perse verandert: zijn platform biedt domweg geen geborgen omgeving meer om te doen waar het ooit voor bedoeld was: een soort gezellige tombola met al je vrienden die van alles en nog wat delen op hun timeline. De huidige Facebook timeline is gevuld met ‘viral video’s’, mensen die je niet kent en merken: heel veel merken en advertenties. Niet bepaald een gezellig dorpsplein.

Daarbij heeft het team van Facebook de laatste jaren de volledige trucendoos opengedaan om iets te bewerkstelligen dat in expert-termen wordt beschreven als growth hacking. Growth hacking is het idee dat je retentie creëert door de gebruiker een gevoel van urgentie te geven. Booking.com gebruikt dit fenomeen iets minder subtiel op de hotel-pagina’s:

  • 12 mensen bekijken dit hotel
  • De laatste kamer!
  • U hebt de beste prijs
  • Zojuist geboekt

Etc etc.

De growth hackers van Facebook hadden als doel dat jij het platform zo veel mogelijk bleef gebruiken en gebruikten hier alle trucs voor die ze konden bedenken: vriendschapsvoorstellen en meldingen over ‘deze vage kennis gaat naar dit evenement bij je in de buurt’. Het idee dat je ook Messenger kon installeren of ‘marketplace’ kon gebruiken: geen middel werd geschuwd om jou weer terug te krijgen waar Facebook je graag wil hebben: als actieve (!) gebruiker van het platform.

Ook instagram heeft hier inmiddels last van: IGTV is een functionaliteit die niemand echt wil, maar die Facebook de gebruikers opdringt om zo nog meer tijd in de app door te brengen. Want: hoe meer tijd jij doorbrengt hoe meer advertenties zij kunnen laten zien. Zo simpel ligt het.

Dat Zuckerberg nu komt met het idee om zich te gaan richten op privacy en encryptie is waarschijnlijk een laatste redmiddel: de diverse trucs op de diverse platformen hebben weinig uitwerking: mensen verlaten Facebook, en zullen dit op korte termijn ook gaan doen op Instagram, wanneer ze er achter komen dat verslaving niet goed voor je is, en Instagram een major time-killer is.

Dan WhatsApp, want hoe zit het daar dan mee? Dit is enigzins de vreemde eend in de bijt, maar ook WhatsApp gaat nog veel sterkere concurrentie krijgen, zoals het iets meer nerdy Telegram of Signal. Deze platformen doen WhatsApp na, soms met wat meer functionaliteit (Telegram) of wat meer privacy (Signal) maar ze doen fantastische dingen. Het moment dat Zuckerberg ook advertenties aanzet binnen WhatsApp, of de lelijke groei-tactieken van Facebook gaat doorzetten op WhatsApp zal er een exodus beginnen die waarschijnlijk ergens eindigt bij 1 van de twee.

Zijn bericht is dus waarschijnlijk een gok op de middel-lange termijn: kan hij met Facebook lang genoeg machtig blijven om zelf in het zadel te blijven én gebruikers aan zich blijven binden. Ik kan me voorstellen dat er binnen Facebook HQ niet zo’n beste sfeer meer is: het bedrijf is bedoezelt geraakt door de schandalen, en de voornaamste groei uit Facebook en Instagram is weg. Facebook heeft nog wel wat andere projecten, maar niets significant om revenue streams op te vangen die uit deze cash-cows kwamen. Rest niet veel anders dan toch maar proberen om de liefde terug te vinden: met privacyvriendelijke producten dus.

Volgens mij kan het allemaal best wat eenvoudiger. Ik denk dat er onderaan de streep helemaal niet zoveel mensen écht bezig zijn met hun privacy online. Ik denk dat mensen gewoon waarde hechten aan een degelijk product. Een product dat ze niet probeert te verkopen dat ze berichten moeten plaatsen. Een verhuur-website die je niet de hele tijd zit te pushen om een hotelkamer te boeken, maar gewoon een vriendelijke reus die jou in staat stelt met je vrienden te communiceren op een manier die niet alleen maar geldgestuurd is. Want ik weet zeker dat die twee dingen heus wel samen kunnen.

Waarschijnlijk is het inmiddels een beetje te laat. Maar eigenlijk is het misschien wel nooit te laat: er staan iedere dag nieuwe bedrijfjes op die dit opnieuw uitvinden, met privacyvriendelijke technologie. Die nog niet beursgenoteerd of verrot zijn. Die bedrijfjes moeten we met z’n allen een kans geven. Niet een tech-miljardair die de afgelopen drie jaar minimaal 30 keer sorry heeft moeten zeggen om alle misstanden waar hij als directeur mede-verantwoordelijk voor was – en is.

Gelezen: Afzien – Mart Smeets

Een boekje van Mart Smeets? Echt? Jazeker, deze vonden we in de schoen. En eigenlijk is dat helemaal niet zo’n gek kado. DeMart kan prima schrijven en wanneer hij schrijft hoor je t m eigenlijk zelf zeggen. Daar moet je maar net tegen kunnen, maar dat kan ik.

Mart is een sportgek. Maar dan ook echt. Hij kijkt eigenlijk alles en kan oprechte bewondering hebben voor mensen als Sven Kramer en Tom Dumoulin zonder dat dit overdreven klinkt. En ook dat is behoorlijk knap, want verafgoding heeft vaak meteen iets lelijks. Hashtag #fanboy.

Dit boekje is eigenlijk perfect voor de laatste maanden van het jaar: een beetje weemoedig, een beetje historie in een zelfde jaar. Rode draad is altijd afzien, en dat heeft Mart vrij ruim genomen. Het boekje leest gewoon lekker weg: in een paar verdwaalde halve uurtjes lees je m zo uit. Het enige jammere is het hoofdstuk over Verstappen waarin Mart denkt te moeten opmerken dat ie gewoon wat beter materiaal nodig heeft. En dat dat toch niet zo moeilijk hoeft te zijn? Tja.

Bekeken: Chihuly – Groninger Museum

Dale Chihuly (1941) is – en dan citeer ik Wikipedia – een Amerikaanse kunstenaar en een Amerikaanse glasblazer.

Het was een mooie lentedag in de winter, en mijn vriendin had het idee opgevat om met onze zoon (3) naar het Groninger museum te gaan.

Klaarblijkelijk moet het museum er hard aan trekken om genoeg publiek te krijgen, want bij binnenkomst kwam er een Bankgiroloterij medewerker op ons af die ons gratis tickets aanbood, met een kleine twist uiteraard: ,,Wel even lid worden natuurlijk, nee danku” en aan de kassa konden we een willekeurige klantenpas laten zien om alsnog €5,- korting te krijgen, in dit geval – geen grap – een IKEA familypas.

Zoals gebruikelijk in een museum is er dan nog een ietwat verwarrende rondgang langs een gratis garderobe en voor je het weet sta in het museum. En zie je, tja, wat eigenlijk? Voor ik hier een antwoord op probeer te formuleren eerst maar iets over het bezoeken van een museum anno 2019.

Het museum loopt over van mensen die de vijftig flink gepasseerd zijn en al-dan-niet gewapend met de onvermijdelijke audiotour zelfbewust door het museum rondlopen.

In de eerste zaal liepen we langs een rondleiding, met daarin een groep van bovenstaande. Het eerste kunstwerk was een groep glasbollen in verschillende kleuren.

,,Wat denken jullie dat we hier zien?” vroeg de gids. Ik vond dit een nogal vreemde vraag voor iemand die de tour begeleid en klaarblijkelijk had de grijze groep dit ook niet aan zien komen: er viel een korte stilte. Daarna kwam er iets murmelends op gang. Want stel eens dat je in zo’n grote groep iets onnozels zegt.

De kleinste in ons gezelschap had geen last van enige remmingen en kon in ieder geval wel benoemen wat hij mooi vond, of zag. En – lucky for him – er waren ook nog twee plastic dinosaurussen en een soort olifant van tentdoek. En er waren een paar schilderijen van leeuwen, koeien en honden, maar deze hoorden natuurlijk niet bij het lichtspektakel waar we voor gekomen waren.

Terug naar ‘de museumbezoeker’. Want wat drijft mensen toch om voor iedere gekleurde vaas te gaan staan en een klein toneelstukje te doen? Hand onder de kin. Moeilijk kijken. Misschien even fronsen. Het bijgeleide plakaat aan de muur lezen. Nogmaals kijken naar de vaas. Plechtig afstand nemen. En weer doorlopen. Als je met je partner bent dan kun je nog iets zeggen. Of zeggen – nette mensen fluisteren in een ietwat samenzweerderige toon die net hard genoeg is om anderen te laten weten dat je echt iets wéét. Iets filosofisch mag wel. Over vergankelijkheid, of kwetsbaarheid. Of je zegt juist iets over de vorm. We kwamen een vrouw tegen die triomfantelijk melde tegen haar vriendin dat het wel op denne-appels leek. Dát zag ze er in, melde ze vol trots met glinstering in haar ogen.

Op de middelbare school had ik klasgenoten die het niet zo erg vonden om urenlang in Keulen door het museum te lopen om stukken na te tekenen en om naar ellenlange verhalen te luisteren van een docent die niet zo interessant kon vertellen. Ik begrijp best dat er mensen zijn die urenlang door een museum kunnen struinen omdat ze écht gepassioneerd zijn over datgene dat ze zien. Maar een deel van de mensen die deze vrijdag in het museum liepen was toch vooral bezig met het idéé dat ze het heel belangrijk moeten vinden.

Terwijl: het was eigenlijk best heel indrukwekkend. Het licht in het museum zelf doet natuurlijk ook veel goeds, maar wat er staat is in ieder geval heel bijzonder. Ook als je niet alle kaartjes leest. De ‘aantekeningenmuur’ en de foto’s van de native-americans van wie een deel van de tentoonstelling een ‘inspiratiebron’ was voelden ietwat geforceerd, maar een kniesoor die daar een punt van maakt. En waarom legt niemand even uit waarom de kunstenaar een ooglapje draagt? Want dat vind ik zelf dan weer heel interessant.

Wat drijft deze wat oudere bezoeker om zich met volle overgave te storten op – ja – op wat eigenlijk? Een facade? We zouden het deze middag in ieder geval niet te weten komen. Ik maakte wat foto’s van de tentoonstelling, die zonder meer zeer fotogeniek is, zeker als je zo’n knap kind hebt als wij. Aan het einde van de tentoonstelling sloften we naar het museumcafe, waar opgeluchte bejaarden koffie dronken en appelgebak aten. Wij pakten onze jassen en liepen het frisse zonnetje in.

Gezien: the Revenant (Netflix)

Ergens tussen kerst en oud en nieuw verschenen er een heleboel nieuwe films op Netflix. Een deel daarvan verwacht je eerder in de budgetbak van de videotheek in t lokale dorp (The Mask? Terminator 1 & 2) maar een deel was juist weer oscarwaardig zoals Sully (Tom Hanks) en The Revenant met de – eindelijk – met Oscar bekroonde rol van Leonardo DiCaprio.

De film begint al vrij grimmig en wordt gedurende de film zo grimmig dat t bijna fysiek pijn begint te doen om het leed van Hugh Glass (DiCaprio) in beeld te zien. Dit ligt ook aan de ultra realistische shots waarbij de regisseur alleen daglicht en geen kunstlicht gebruikte. Niet alleen bleek dit een productietechnische uitdaging, er ontstond ook een ultra realistische wereld waarin DiCaprio vooral op de grond ligt te lijden. Desondanks vliegt de twee uur voorbij, en de eindscene met

Vuurwerk

Als jochie van 12 vond ik vuurwerk geweldig. Dat begon na kerst, wanneer er vuurwerkfoldertjes bij diverse verkooppunten lagen. Die bekeken we dan uitvoerig. We maakten zelfs Excel sheets om te berekenen wat we met het budget konden kopen. Jaja.

Eenmaal gekocht staken we dat vuurwerk af. Door de jaren heen werd de berg gekocht vuurwerk steeds groter, tot het punt dat ik me kan herinneren dat we 6 sloffen astronauten hadden gekocht. In zo’n slof zitten 10 pakjes van 20 rotjes, of 20 pakjes van 10. In die tijd deed ook illegaal vuurwerk z’n intrede zoals strijkers en later nitraat en lawinepijlen. Die kochten we als verstandige jochies natuurlijk niet, laat staan dat we die af durfden te steken.

In plaats daarvan hadden we het druk genoeg om pakken met rotjes weg te werken, en kleine vuurpijltjes, verpakt in bundels van 140 stuks. Hele dagen stonden we met aansteeklontjes buiten te knallen. Op 30 december deden we dat bij m’n opa en oma. Alle neefjes en nichtjes kwamen dan ook, en die staken ook vuurwerk af.

Pas veel later realiseerde ik me dat vuurwerk afsteken een gevaarlijke bezigheid is waarbij ieder jaar veel slachtoffers vallen. Daar was ik destijds natuurlijk niet zo mee bezig. Ik snap de aantrekkingskracht van vuurwerk wel: even lekker gevaarlijk doen omdat het kan. En het was ook gewoon behoorlijk spectaculair als de buurman een 100.000 – klapper uitrolde in de straat die minutenlang de muren deed trillen.

Als je nu naar de cijfers kijkt van de schade ieder jaar dan is het eigenlijk gewoon onverantwoord om er mee verder te gaan. Stiekem ook jammer, want ik gun iedereen het plezier dat ik destijds had tijdens het afsteken. Die koude handen, die stank in je jas die nog dagenlang bleef hangen: die perceptie van groot gevaar die je steeds heel kort voelde wanneer je iets aanstak, hoe klein ook.

Maar het is simpelweg te gevaarlijk. En onnodig. Dus we moeten er gewoon mee ophouden.

Een heel gelukkig 2019.