Categorie: algemeen

3 – Nespresso

Toen ik jaren geleden de eerste Nespresso machine kocht was ik superenthousiast: het Ferrari rode slanke design, de verwarmbare melk-opschuimer en de lekkere capsule koffie. Een enorme upgrade uit de slappe Senseo wereld.

Nespresso was een upgrade die ook geld koste. Net zoals moderne printers is de aanschaf van het ding zelf niet zozeer het probleem: het is de koffie. Door de jaren heen zijn er wat prijsschommelingen geweest, maar een capsule kost ongeveer €0,40. In het begin had  ik daar nog niet zo’n beeld bij: je bestelde online met je creditcard – of in de Bijenkorf – gewoon een paar honderd capsules, en rekende dat af. Soms viel het me wel op dat dat nog best een bedrag was voor, ja, waarvoor eigenlijk? Koffie in een klein plasticje. En natuurlijk die reclame met George Clooney en Jack (wie?) Black.

Op kantoor kregen we een nieuwe koffiemachine, met bonen. Het viel me op dat we daar met 4 zware koffiedrinkers zitten, maar dat zelfs grote zakken bonen nog best lang meegaan. Een zak van 900 gram is volgens Douwe Egbers goed voor 130 koppen koffie. Zo’n zak kost een tientje, en daarmee zakt de prijs per kopje tot €0,07 per kopje. Smaakverschil? Ach, dat valt wel mee. Prijsverschil? 34 cent per kopje Met 5 koppen per dag is dat €1,70 en op jaarbasis €620,- Voor dat geld kun je best een luxe automaat kopen. Dat deed ik dus.

Daarbij veroorzaken Nespresso cups ook nog extra afval, in de vorm van cupjes. Je kunt deze opsparen, maar in Groningen is er geen plek om deze ook in te leveren. In Amsterdam trouwens wel, maar ik zie mezelf nog niet speciaal naar Amsterdam afreizen om mijn capsules milieuvriendelijk te laten verwerken. What else? is de slogan van Nespresso, maar de vraag is misschien meer: why Nespresso, why?

Zal ik?

Ik heb nog nooit ook maar één doel weten te halen op dit blog. Alle goede voornemens om nu echt wat vaker iets te schrijven verdwenen na een week, anderhalve week of nog korter weer als sneeuw voor de zon.

Maar misschien is het wel leuk om in 2017 minimaal 100 stukjes te schrijven?

Hierom zijn adblockers nog harder nodig dan virusscanners

De wereld van online-media leeft vandaag de dag nog steeds voornamelijk van banners: advertenties op websites. Er zijn echter ook steeds meer mensen die die enorme hoeveelheid reclame vervelend beginnen te vinden, en een adblocker installeren voor hun browser. Dit heeft veel media-uitgevers ertoe aangezet om meldingen op de pagina te tonen dat ze het jammer vinden dat jij de advertenties blokkeert omdat dit hun – vaak – enige inkomstenbron is. Dat ís misschien ook jammer, maar het is voor jou als consument ook nódig.

Uitgevers zoals de Telegraaf of NU.nl verkopen online advertenties ongeveer op twee verschillende manieren:

  1. Premium: je krijgt als adverteerder een eigen accountmanager en koopt rechtstreeks bij de uitgever een heel pakket advertenties, bijvoorbeeld voor een bepaald merk, rondom een bepaald tijdslot of bijvoorbeeld op alle dinsdagen in oktober. Of bijvoorbeeld als het minimaal 12 graden is, of alleen vrouwen boven de 45+
  2. Bij opbod: een deel van de advertentieposities gaat naar een gesloten veiling, en deze adverenties worden bij opbod (per stuk!) in een blinde veiling verkocht. Dit gebeurt volledig geautomatiseerd.

Een uitgever kan zijn banner-netwerk aansluiten op zo’n veiling. Zonder in al te veel technische details te treden – het is een vrij ingewikkeld speelveld – is er een technische partij die de veiling voor de uitgever organiseert. Er doen verschillende partijen mee die geautomatiseerd bieden op banner-posities. Deze partijen doen een blind bod: wanneer het bod geaccepteerd wordt mogen ze een advertentie tonen. Deze partijen tonen geen eigen advertenties maar kopen deze plekken voor hun klanten: adverteerders zoals Coolblue & BMW.

Wanneer je je bedenkt dat een pagina soms wel 10 tot 15 advertentie-posities kan bevatten waarop geboden kan worden dan besef je pas hoeveel er achter de schermen moet gebeuren om een banner te tonen die voor de uitgever het meest lucratief is. Een populaire banner-formaat op een populaire website krijgt al snel 10 tot 40 biedingen per stuk (!).

Banners zien er vaak een beetje plat & simpel uit, maar zijn tegenwoordig kleine techniekbommetjes. Een adverteerder heeft tegenwoordig veel mogelijkheden om de banners zo te construeren dat ze aansluiten op gedrag dat jij al hebt getoond (denk aan de Zalando advertenties die je nog weken blijven volgen als je daar op de website bent geweest) of proberen aan te sluiten op een profiel dat de uitgever van jou heeft opgebouwd via cookies, bijvoorbeeld dat je een man bent die houdt van voetbal.

Deze banners hebben ook mogelijkheid om nieuwe demografische kenmerken toe te voegen, bijvoorbeeld het feit dat je met je muis over de banner heen bewoog (en dus misschien interesse toonde) waardoor ze je nog vaker banners laten zien.

Om deze chaos te beteugelen is de cookiewet in het leven geroepen: websites mogen nu niet meer zonder jouw toestemming cookies plaatsen op de website. Helaas zijn cookies maar een klein onderdeel van het probleem, en zorgen ze voor veel ergenis bij de consument (ons). Wanneer je de cookies echter niet accepteert maak je het voor adverteerders lastiger om een goed profiel op te bouwen, met als gevolg dat je banners ziet die waarschijnlijk niet voor jou bedoeld waren. Boeien.

Helaas zit er ook een keerzijde aan deze ingewikkelde materie. Door de hoeveelheid partijen die meebieden is het lastig om te zien van wie een banner uiteindelijk kwam. Dit kan voor ingewikkelde constructies zorgen waarbij adverteerders, of zelfs hele banner-inkopers frauduleuze techniek toepassen om in te breken op jouw browser, of erger: je computer. Dit heet malware. Omdat er zoveel banners worden getoond is het voor uitgevers vaak lastig te achterhalen wíe hun netwerk aantast.

Wil je nou geen onderdeel meer zijn van een veiling waarbij kwaadwillende adverteerders spam of malware op je computer plaatsen dan is een adblocker een eenvoudige oplossing. Je kunt deze met 3 of 4 kliks installeren, en bent vervolgens veilig voor tientallen reclame-uitingen. Inderdaad, je ontneemt uitgevers ook mogelijkheden om geld aan jou te verdienen, maar dat is natuurlijk niet jouw primaire probleem. Uitgevers hebben middelen en creativiteit genoeg om jou alsnog geld uit te laten geven. Denk aan de paywall van de FD, of bijvoorbeeld de VTwonen website waar je allerlei spullen voor in huis kunt kopen. Jij als consument hoeft niet de dupe te worden van de problemen van de uitgever, en je adblocker is een goede manier om een heleboel (zoals gezegd, soms wel 20 bannerposities per pagina) potentiële problemen te voorkomen.

En virusscanners? Virusscanners tappen in op een gevoel van onveiligheid dat lang niet altijd terecht is. Grote virusuitbraken zijn er de laatste jaren nauwelijks geweest. Eenvoudige vuistregel: open geen spam in je mailbox, klik nooit op linkjes die je niet vertrouwd en download geen illegale muziek, games of software. Wanneer je veel gebruik maakt van internet – en wie doet dat niet – dan is een bannerblocker misschien nog wel harder nodig dan een virusscanner. En dat is toch wel wat zorgelijk.

Was het Trump? Of Hillary

image Deze chart laat zien dat het totaal aantal kiezers de afgelopen verkiezing lager was. Maar vooral bij de democraten is er een opmerkelijke terugval. Dit roept de vraag op: was het Trump die won – vanwege Trump? Of was het Hillary die verloor omdat er teveel mensen thuis bleven? Een harde les.

De afloop

Overmoedig geworden door mijn goede voorspelling dat Trump wel eens een outsider kon worden leek het me niet zo waarschijnlijk scenario dat ie ook daadwerkelijk zou winnen.

Bas Heijne vertaalde gisteravond in DWDD deze verkiezingen door naar ‘onze’ aanstaande verkiezingen in maart. Verontwaardiging over de politiek is niet voorbehouden aan laag opgeleide blanke working class. We hebben allemaal onze ergenissen over de politiek. Of dit nu gaat om het weinige charisma, of om acute problemen zoals ouderenzorg of aardbevingen. Dat is genoeg reden tot een proteststem: de politieke elite mag niet blijven winnen en moet uitgedaagd worden door nieuwe mensen, ideeen en meningen.

Wat 10.000 tweets mij leerde

Echt lang geleden maakte ik een Twitteraccount aan. Het was een tijd dat het platform er nog volledig anders uit zag. Simpele twitterhandles waren nog beschikbaar (@blauw) en af en toe zag je een walvis die werd opgetild door een stel vogels: Twitter lag er weer eens uit.

Twitteren was absoluut nog geen ‘uitgemaakte’ zaak: iedereen deed maar wat. Ik werd erdoor aangezet door Stefan Verkerk (@aksie) maar in de basis snapte ik de lol nog niet zo. 140 tekens online? Tja, waarom?

Toen ik bij Sanoma bezig was met social media gaf ik vaak presentaties. Zoals veel mensen gebruikte ik daarin mijn Twitter handle. Twitter werd stabieler, langzaam kwamen er wat meer mogelijkheden zoals een iPhone app en nog wat later werd Twitter voor een aantal Sanoma titels een serieuze verkeersbron. Op die site hadden we uitsluitend een ‘firehose’ van RSS artikelen aangezet; zodra er iets werd en wordt gepubliceerd op Twitter dan schoot deze applicatie een linkje op Twitter. Op die manier was NU.nl het eerste nieuwskanaal (en misschien wel het eerste merk) dat 1 miljoen volgers had op Twitter.

Vanaf daar ging het snel: Twitter werd mainstream. Het werd leuker om het songfestival of Ik vertrek te kijken ‘via Twitter’ dan via de TV. Tijdens WK’s en EK’s ging het er om wie de grappigste tweets en gephotoshopte plaatjes kon delen. Twitteren werd een reden om uitgenodigd te worden bij ‘de slimste mens’. Veel Twitteren leverde je status op onder een selectief groepje mensen, namelijk andere mensen die veel twitterden.

Ondertussen volgende ik mensen op interessegebied, en klikte of favoriete ik af en toe eens een linkje. Ik klaagde af en toe eens tegen een organisatie of deelde af en toe eens een complimentje uit.

Twitter is de laatste maanden veranderd: contact met mijn vrienden heb ik wel via Whatsapp. Levensgebeurtenissen staan op Facebook. Nieuws op NOS.nl. Mensen te teveel of irrelevant twitterden ben ik ontvolgt. Wat blijft er dan nog over? Nou, tweets tijdens ‘live-rampen’, alhoewel Twitter hier ook een beetje z’n ‘secret sauce’ is kwijtgeraakt.  Ik zie vaker advertenties. Ik zie vaker slechte zelfpromotie- en eigengeilerij. Het is een reden om het platform steeds vaker links te laten liggen. Ik ben benieuwd wanneer ik de volgende 10.000 tweets heb geplaatst.

‘Wat kunnen we doen zodat u ons in de toekomst aanraad bij anderen?’

Beste FBTO,

Voordat jullie mij vragen stellen om de Net Promoter Score te meten is het wellicht goed om even te horen waarom ik belde.

Ik belde namelijk met een vraag over het annuleren van een weekendje weg met vriendin en (pasgeboren) kind. Vanwege de ijzel buiten was al het verkeer in Noord Nederland (ik woon in Groningen) volledig lam gelegd. In de algemene voorwaarden van de verzekering las ik dat wanneer je niet op de plek van bestemming kon komen je recht hebt op annulering. Dit werd door de telefonische medewerkster echter weggelachen omdat ‘de wegen niet afgesloten waren’. Dat is natuurlijk volstrekte flauwekul, vooral van een bedrijf dat notabene zelf vanuit Leeuwarden opereert en overal op de website en social media meldt dat ze slechter bereikbaar zijn vanwege de ijzel. Even terug naar de antwoord op uw vraag: ik ga u aanbevelen aan anderen zodra u een begripvolle menselijke toon tegen uw klanten aanslaat en niet uw klanten probeert af te poeieren met volstrekte drogredeneringen. Ik neem een annuleringsverzekering om in het geval van overmacht aanspraak te kunnen doen op enig financieel meedogen. Dan verwacht ik niet dat ik in rare discussies beland over hoe veilig het is op de weg. Kortom: u gaat stijgen in uw gewilde NPS zodra u uw klanten helpt op een manier die niet gefocussed is op ‘zo min mogelijk uitkeren’ maar op ‘wat zou ík als medewerker van FBTO kunnen doen om klanten die niet meer op vakantie durven te compenseren’. Pas dan wint u mijn vertrouwen weer terug. En dat gaat heus niet alleen maar over uitkeren, of niet uitkeren. Dat gaat ook over begrip voor de situatie. Maar wat dat betreft heeft u, en uw medewerkers nog een lange weg te gaan.

met vriendelijke groet,

 

Waar woon jij?

Voor mijn werk ben ik wel eens in de randstad. Wat heet, ik ben er vaak wel meerdere dagen. Als ik dan zeg waar ik woon krijg ik vaak verbaasde gezichten. En toegegeven: het is ook een teringeind weg. Laat ik je kort bijpraten.

Ooit ontwikkelde ik software. Die software kreeg klanten. Op het hoogtepunt hadden we bijna 110 betalende klanten. Die klanten bleven komen, ondanks dat ik in Groningen zat, en mijn compagnon in Amsterdam woonde en een kantoor had in Hilversum. Het idee was geboren: het maakte voor mijn werk eigenlijk helemaal niet uit waar ik was.

Het product viel uiteindelijk dood. Niet eens allemaal onze schuld, en we hadden er ook geen hypotheek mee genomen. Kortom: het stopte. Ik ging andere dingen doen, zoals een zoekmachine voor mensen: Kupata. Dat bleek niet alleen een rare naam, ook bleek het gewoon ingewikkeld te zijn om te verkopen. Uiteindelijk gaf ik op, en mijn co-founder ook.

En toen? Toen vroeg Makerlab me wat dingen te gaan doen voor een klant in Amsterdam. En toen nog een. En voor je het weet zat ik weer een antal dagen in de week in Amsterdam. Bij klanten die het belangrijk vonden/vinden dat ik er ben. En daar kan ik ze geen ongelijk in geven. Slack is niet afdoende voor alle koffiepraat.

Er is een groep mensen die zichzelf digitale nomaden noemt. Dit zijn mensen die met laptop en al de wereld over reizen, en zodoende werken. Ze werken voor opdrachtgevers wie het niet zo erg vinden dat ze de ene keer in Singapore zitten, en de andere keer in Lima. Ze werken voor mensen die het niet kan schelen waar ze zijn: als er maar dingen af komen.

Ik wil niet zeggen dat ik ontevreden ben met de huidige klanten waar ik voor werk: integendeel. Ik wou alleen dat het ze minder kon schelen waar ik was. Dat ik ook dingen kan zonder aanwezig te zijn. Misschien is dit in Nederland toch lastiger, omdat thuiswerken vaak toch synoniem staat voor verkapt vrij.

Jammer: ik denk dat we ons er een enorm plezier mee doen om elkaar daar niet over te wantrouwen. En er gewoon op vertrouwen dat dingen heus wel gefixed worden als dat nodig is.

Geen EK

Ik zag dat ik vorig jaar nog een tweetje plaatste: slecht spelen en je toch kwalificeren, moet ook kunnen. Dat was nadat we hadden verloren van IJsland.

Alleen ging dat niet door.

Dat was enerzijds omdat we zelf slecht speelden, en anderzijds omdat er teams waren die gewoon een klasse beter waren, zoals de Tsjechen en Turken. Dat IJsland zich als collectief ook plaatste was gewoon geen verassing.

Met klungeling verdedigen krijg je het tegen ieder goed georganiseerd team lastig.

Gelukkig hebben we het komende jaar weer alle tijd om goed te oefenen.

Hillary en de e-mail server

Het klinkt als een modern sprookje: vrouw krijgt belangrijke functie in Amerika en wordt vervolgens lastig gevallen door haar e-mail server.

Het is niet echt een leuk verhaal: ze gebruikte een persoonlijke e-mail server voor het versturen van overheids-data. Niet echt handig in een tijd van NSA, privacy & Snowden om buiten de bestaande beveiligingsmaatregelen om een eigen e-mail server te hebben.

Tegenstanders van Hillary maken hier handig gebruik van: op deze manier wordt ze geframed als roekeloos. En dat was het misschien ook wel. Sterker nog: dit kan de gedroomde democratische kandidaat nog een hele tijd blijven achtervolgen.