Categorie: algemeen

1 – Eurlings

Als er íemand is die met weinig plezier zal terugdenken aan de laatste dagen van 2017 dan is het Camiel Eurlings. Eurlings zag dat – om z’n positie binnen sportkoepel NOC*NSF te handhaven hij iets moest zeggen over zijn veroordeling voor mishandeling waar hij een taakstraf voor kreeg. In de Volkskrant merkte strafrechtadvocaat Bart Swier al op dat dit een forse straf is voor een first-offender. Voor een taakstraf moet zwaar letsel worden toegebracht aan het slachtoffer, iets dat Eurlings klaarblijkelijk was gelukt. De opvolgende woorden voor ‘normale’ mensen zijn dan: ‘strafblad’ en ’taakstraf’. In het geval van Eurlings was het geen van beide woorden. Niet dat ie geen strafblad had, of een taakstraf kreeg. Hij noemde dat liever een ‘aantekening’ en ‘maatschappelijk werk’. Tja.

Maar goed: hij moest dus voor z’n werkgever iets zeggen over die mishandeling. En dat deed ie via z’n advocaat Knoops. Die had het in een statement over ‘eenvoudige mishandeling’. Dat je überhaupt een verklaring via je advocaat naar buiten laat gaan is al een bestuurder onwaardig, maar dat je je advocaat ook dít soort teksten naar buiten laat brengen is wel heel dubieus. De schade was dan ook groot, want de dagen vlak voor kerst waren perfect geweest voor een slimme ‘mea culpa’ in de vorm van een persoonlijk interview in een krant als de Volkskrant waarin Eurlings eerlijk toegegeven zou hebben fouten te hebben gemaakt die hem ook – terecht – zwaar waren komen te staan. Dan was de storm in aanloop naar de kerstdagen waarschijnlijk erg snel gaan liggen.

Door die domme woordkeuze liep Eurlings echter nog veel meer schade op: hier zat een arrogante bestuurder die z’n gedrag bagatelliseert, een hautaine werkwijze heeft en persé aan t pluche vast moet blijven plakken. Daarbij ook nog eens met de schijn van klassejustitie want waarom krijgt Eurlings wél een verklaring omtrend goed gedrag maar moet bijvoorbeeld Yuri van Gelder na een avondje doorzakken direct naar huis? Het roept de vraag op hoe we deze man ooit nog serieus kunnen nemen in z’n ambt? De sportwereld kampt met allerlei schandalen: dopinggebruik onder sporters en grensoverschrijdend seksueel gedrag van trainers en coaches. Hoe gaat iemand die zelf z’n handen niet eens thuis kan houden hier wat aan doen?

Ik denk eigenlijk dat we Eurlings niet terugzien op de Olympische spelen over een aantal maanden: daar is z’n positie simpelweg teveel onder druk voor komen te staan. Kruiperig interview in de NRC of niet: dit waait niet meer over. Als dat wél zo is dan bewijst het eens te meer dat de NOC*NSF ze allemaal niet meer op een rijtje heeft.

100 – Nummer 100

Op 12 december 2016 bedacht ik me om als voornemen 100 stukjes te schrijven. En dit is nummer 100, dat betekent dat het me is gelukt.

Wat heb ik geleerd?

Onderwerpen bedenken voor een blog is hard werken, zeker als het een soort vrij-formaat is. Het is nog moeilijk genoeg om tot originele invalshoeken te komen. Er zijn behoorlijk wat professionele columnisten-clichees die ik niet wou gebruiken, zoals van kleine persoonlijke momentjes enorme overpeinzingen maken. Heel soms was er een persoonlijke aanleiding om iets te schrijven, maar veel vaker was er een concrete aanleiding.

Zijn er blogs die me bij zijn gebleven? Niet eens. Er waren wel blogs waar ik veel plezier in had om deze te schrijven zoals zaken die me persoonlijk enorm storen: de sleepwet van Buma is daar een goed voorbeeld van. Stukken met een enigzins persoonlijke slag vond ik uiteindelijk ook vaak goed gelukt, zoals de pokertafel van Crypto. Deze werd uiteindelijk ook in de app van Buxx geplaatst.

Was het hard werken? Mwoah. Gek genoeg was ik half november al bijna klaar: die paar blogjes konden er ook nog wel bij. Ergens halverwege het jaar had ik serieuze achterstand en vreesde ik dat ik qua creativiteit nooit aan de 100 zou komen maar dat bleek allemaal dus mee te vallen.

Schrijven is wel een soort fijn tijdverdrijf gebleken: het is een prima gevoel om even een laptop open te klappen en een verhaal te typen dat in je hoofd zit. Wel kreeg ik verschillende opmerkingen dat het allemaal wel heel vrijblijvend was: sommige artikelen hadden best leuke ideeen in zich maar bleken toch niet echt tot een climax te komen. Die kritiek neem ik ter harte, en teruglezend zie ik ook een flink aantal artikelen die beter hadden gekund, en zelfs gemoeten.

Dan de cijfers. Was u alleen in het lezen? Nee, zeker niet. Ondanks de povere promotie mijnerzijds vonden ongeveer 350 lezers hun weg naar dit blog. Ze bleven daar een schamele 35 seconde: net niet lang genoeg om een heel artikel uit te lezen, vermoed ik.

Verder opvallend: de maand oktober bleek het best bezocht, de maand mei het slechts. En het best gelezen artikel? Deze: 70: Sushi eten met Vindicat.

Wordt je een betere schrijver van veel-schrijven? Misschien wel. Het dwingt je in ieder geval om het te doen, en dat is op zichzelf al best verfrissend.

Nog een nieuwtje: in 2018 geef ik een boekje uit, en ben ik een gehele (zakelijke) blogreeks aan het schrijven rondom strategie en innovatie. Dit betekent dat ik nog veel meer ga schrijven maar niet dat dit blog hiermee weer maanden stil komt te liggen.

Voor nu, een prachtig uiteinde en een geweldig 2018.

99 – Darts

Ieder jaar eindigt thuis tussen Oud en Nieuw met het kijken naar darts. Waar dat vroeger nogal een obscure sport was met vooral dikke mannen die bier dronken op het podium is dit nu uitgegroeid tot semi-professionele bezigheid. Ik vermijd hiermee het woord sport, want ik denk dat sport toch wat andere kwalificaties heeft.

Hoe dan ook: het is fascinerend wat deze mannen doen. Tussentijds waren er ook analisten in de studio en een daarvan verklaarde in de partij tussen van Gerwen en Pryce dat fitheid ook steeds meer een factor werd in de dartwereld. Reden voor deze opmerking: Pryce is een ex-rugbyer en een breedgeschouderde fitte kerel. Dat bewees ook Jerry Lewis die een aantal dagen eerder de tweede geplaatste speler Peter Wright uitschakelde: fitman – bierbuik: 1 – 0. Pryce redde het overigens net niet: Van Gerwen is in goede doen niet te stoppen, en zal dit tournooi, dat begint 2018 nog heel even verder gaat vrolijk winnen. Tussentijds zal hij nog eens vrolijk over die anti-held van van Barneveld walsen. Een man die in lastige tijden altijd zo gepijnigd kijkt alsof ie wordt bedreigt om weer postbode te worden als deze pijl niet in de trippel, dubbel of waardanook valt. Die angst om niet meer mee te komen zit er al heel lang in bij van Barneveld. Toch vreemd, awnt de man is een een absolute legende die ook echt alles gewonnen heeft wat er te winnen is. Die verslaving om maar door te spelen is ook zichtbaar bij Phil Taylor: een nogal vervelende man die desondanks maar blijft spelen en winnen.

Toch is de transformatie wel zichtbaar: het veld van geplaatste spelers is flink uitgedund en eigenlijk is het algehele niveau dichterbij elkaar gekomen. Als er volgend jaar nog wat Aziaten opduiken die uitstekend voor de dag komen en fitheid nog meer een factor wordt dan schrijf ik op deze plek een nieuw stuk: hoe darts van spelletje een sport werd.

98 – Vuurwerk

Gisteravond hoorde ik voor het eerst ergens een stuk vuurwerk ontploffen. Als kind had ik een enorme fascinatie met vuurwerk, en ik maakte al op jonge leeftijd bestellijsten in Excel die uitrekenden wat ikvoor het beschikbare budget kon kopen.

Tijdens oud- en nieuwjaar stonden we hele dagen op straat om honderden astronauten af te schieten. Rond 2 uur ’s nachts was het dan afgelopen. Moe, koud en stinkend moesten we dan weer naar binnen. Op 1 januari mocht niks meer: behalve vegen en opruimen. Maar dan was ik het ook allemaal al wel beu.

Nu zie ik het toch wel anders: die verstikkende rook iets na twaalfen: de brandjes op straat. De knallen van (illegaal) vuurwerk dat tot diep in de nacht wordt afgestoken: ik denk dat vuurwerk het bewijs is dat tradities best aan verandering onderhevig kunnen zijn. Want hoewel er groep mensen is die het prachtig vinden wordt die groep ook steeds kleiner. Het zou me weinig verbazen als deze traditie over een jaar of 2 helemaal afgeschaft wordt. Dan zijn er op centrale plekken grote vuurwerkshows, en dat is t dan wel. Misschien wel net zo makkelijk.

94 – Buitenlandse inmening met Buma

Als er één politicus is die het oude establishment zo sterk vertegenwoordigd dan is het Sybrand Buma wel. Eergisteren was hij weer eens in het nieuws met een proefbalonnetje, namelijk: een autoriteit die het Internetverkeer in de gaten gaat houden. We moeten ons volgens Buma voorbereiden op een ‘online oorlog’.

Buma weet hopelijk ook wel dat niemand dit plan serieus neemt, en dat de EU er beter aan zou doen om Google, Facebook en Twitter goed in de gaten te houden, en eventueel boetes op te leggen wegens machtsmisbruik of ongewenste inmenging in de democratie wanneer blijkt dat er manipulatie op deze platformen plaatsvindt.

Wat Buma voorstelt is naïef en schijnveiligheid. De Nederlandse overheid heeft geen middelen om zich effectief te wapenen tegen slimme digitale media bots die publieke opinie proberen te sturen. Sterker nog: Facebook zelf had veel te laat tijdens de campagne van Trump pas door wat er gebeurde met Russische advertenties en ‘fake-news’. Facebook is notabene eigenaar van het platform, en zelfs zij zien het veel te laat. Daarbij durft Facebook niet eens hardop uit te spreken wat ze eigenlijk wél weten: is de Brexit-campagne ook slachtoffer geworden van beïnvloeding? Of de opkomst van Jesse Klaver? Of die van Thierry Baudet? Facebook heeft het afgelopen halfjaar flink aan de weg moeten timmeren om tot de juiste inzichten te komen. Inzichten die CEO Mark Zuckerberg wellicht ooit gaat gebruiken om een nieuwe democraat het zadel in te helpen. Of zichzelf.

93 – Buslijn Teeven

Vandaag werd bekend dat Teeven 1,5 dag in de week als buschauffeur aan de slag gaat. Daar werd op Twitter een beetje om gegniffeld. Er werden eens wat grapjes gemaakt.

Ik vind het vooral een goed voorbeeld: Teeven, de keiharde VVD crime-fighter die na flinke blunders terugkeert in de werkende maatschappij. Niks kapotte baantjescarrousel: gewoon solliciteren en mouwen opstropen.

Je kunt ook succesvol jarenlang genieten van wachtgeld. Dat geld stroomt zonder enige tegenprestatie 2 jaar lang op je rekening. Maar je kunt ook buschauffeur worden en iets nuttigs doen.

Het pluche van een bestuursfunctie, of het pluche van zo’n bus: het zal misschien wel even anders aanvoelen. Maar de kenmerken van Teeven zijn onmiskenbaar en herkenbaar; iemand die gewoon de schouders er weer onder wil zetten. Daar kun je lacherig over doen, maar ook gewoon respect voor hebben.

 

90 – Sintprotest op de A7

Gistermiddag zat ik om regenachtige redenen in de auto en luisterde ik naar een interview op het op dit blog veelgeprezen Radio 1. Daar waren twee mensen aan het woord die de intocht in Dokkum hadden georganiseerd. Zij spraken zonder ironie van een prima dag, en de man in kwestie vond het eigenlijk wel goed dat ze protestbus staande was gehouden, midden op de snelweg. Zijn redenatie bracht de interviewster zo van haar stuk dat ze het woord ‘friezenaren’ in de mond nam. Tot ongenoegen van de geïnterviewden. De vrouw die ook geïnterviewd werd identificeerde ik later als de burgemeester. Zij sprak over een prachtige ochtend, met als enige verstoring een regenbuitje. Over de problemen op de A7 waren ze het eigenlijk eens; ,,protesteren prima, maar niet tijdens een kinderfeest.”

Over de modernisering van Zwarte Piet waren ze het overigens ook volledig eens: want dat maakte de kinderen allemaal toch niks uit. Tegen zoveel nuchterheid was de interviewster niet opgewassen.

Zo werd een probleem dat door de media tot grootste proporties opgeblazen was weer verkleind tot kleine bijzaak. Op een ander blog las ik een theorietje dat de burgemeester in kwestie het gewoon heel slim gespeeld heeft: zij wist van te voren al dat die bus het demonstratievak nooit zou bereiken omdat de bus hoe-dan-ook vertraging op zou lopen vanwege georganiseerd protest. Ik vind dat niet persé plausibel, maar ik denk dat het niemand in Dokkum echt slecht uit kwam dat de bus niet op tijd kwam, en dat er van protesteren (hoewel grondrecht) niets terecht kwam.

89 – De windhandel van ICO’s

De afgelopen maanden hebben verschillende topmensen binnen de financiële wereld gewaarschuwd voor de gevaren van Bitcoin & aanverwante cryptocurrency. Dat werd door de blockchain ‘specialisten’ en ‘experts’ met hoongelach beantwoord. Ik begrijp dat wel: financiële experts die een systeem bashen dat volgens trendwatchers de gehele industrie op z’n kop kan zetten. Dat is wel heel makkelijk.

Toch hebben ze best een punt.

Om te beginnen bij ICO’s: ICO’s zijn te vergelijken met IPO’s waarbij een echt bedrijf een beursgang maakt. Tijdens die beursgang kunnen speculanten aandelen kopen. Vaak wordt zo’n beursgang voor veel geld begeleid door een dure bank die zelf  een groot deel van het initiële aandelenpakket koopt. Dit is niet perse zonder risico: een aandeel kan direct na beursgang enorm kelderen, zoals in het verleden World Online deed, of recenter Snapchat. ICO’s hebben echter geen reëele onderliggende waarde: het geeft je recht op een token: een klein cryptomuntje. Deze crypto’s – zoals Bitcoin en LiteCoin – hebben de afgelopen maanden soms spectaculaire koersstijgingen laten zien. De ICO-eigenaren hopen ook dat er genoeg mensen instappen op de munt en dat er een ‘goldrush’ ontstaat. Om dit wat aannemelijker te maken pitchen de ICOwners vaak een functionaliteit van hun cryptocurrency, bijvoorbeeld het veilig maken van container-verkeer, of het beschermen van digitale assets. Een andere weg om je crypto credibility te geven is het schrijven van een PDF-je, een whitepaper óf het inzetten van een celebrity, bijvoorbeeld Paris Hilton.

Zoals je misschien al proeft aan bovenstaande toon zijn veruit de meeste (of alle?) ICO’s volstrekste windhandel. De lijst van deze virtuele munten groeit echter met de dag en het einde is nog lang niet in zicht. Zover mij bekend zijn er nog geen munten ook daadwerkelijk op de klippen gelopen, maar doordat deze coins ook nog moeten worden gemined met computerkracht wordt het wel waarschijnlijker dat sommige munten alle waarde verliezen zodra er geen miners meer beschikbaar zijn om nieuwe munten op te graven. Hier hebben de financiele instelingen dus wel een punt: ICO’s zijn gevaarlijk speelgoed.

En dan Bitcoin. Er was de afgelopen maanden een familie die op de camping ging wonen omdat ze al hun bezit in Bitcoins hadden gestoken en ook in m’n directe omgeving ken ik mensen die significante bedragen (> €2.000) in Bitcoins hebben gestoken. Dat is niet heel gek: wanneer je 2 jaar geleden voor €100,- Bitcoins had gekocht dan had je nu bijna €2.000 euro opgebouwd. Dat zijn serieuze rendementen waar geen enkel ander financieel instituut aan komt.

Aan de andere kant: er is geen enkele reden om te vertrouwen dat Bitcoin blijft doorstijgen. De community die Bitcoin moet ontwikkelen is erg verdeeld over de te kiezen (technische) aanpak van de munt, en er zijn al verschillende ‘afscheidingen’ geweest om technische aanpassingen te doen. Tot nu toe heeft dit geen dramatisch effect gehad op de waarde, maar dit zou in de toekomst zomaar wél het geval kunnen zijn. Aan de andere kant zijn er analisten die voorspellen dat één bitcoin in de nabije toekomst meer dan €200.000,- in waarde is. Dan zou een investering van €1000,- nu dus ineens €28.000 euro waard kunnen zijn. Nogmaals: dit is allemaal speculatie.

Dat dit soort rendementen volstrekt onmogelijk zijn in de ‘echte’ financiële wereld is duidelijk. Dat er flinke ‘disclaimers’ op deze wereld moeten ook. Maar dat betekent niet automatisch dat cryptocurrencies slecht zijn. Het is niet meer dan normaal dat financiële instellingen en topmensen waarschuwen voor de opkomst van deze ongecontroleerde financiële modellen, zeker nu er serieuze bedragen in omgaan. Wat dat betreft is het dus echt verstandig om mensen tegen zichzelf te beschermen.

88 – Burnout

15% van alle vrouwen, en 9% van de mannen heeft een burnout, of burnoutklachten, bleek vandaag uit onderzoek. Dat is me nogal wat. In een poging dit te duiden waren er op Radio 1 twee studiogasten die een boekje – over opvoeden – hadden geschreven maar hier ook iets van vonden: schrikbarend.

In de studio ging het er vervolgens ook over dat er nogal wat eisen worden gesteld, en dat het misschien wel steeds meer de norm is dat je vroeg- of laat over je grenzen gaat qua intensiteit.

Futurologen bespraken in de jaren ’60 en ’70 al de gunstige effecten die vergaande automatisering zou krijgen op ons arbeidsethos. Zij voorspelden dat het in de nabije toekomst nog maar 8 tot 20 uur per week noodzakelijk was om te werken. Het tegendeel lijkt echter aan de hand: we voelen ons nog veel meer uitgeput en opgebrand dan vroeger. We laten de computers het werk doen, maar we doen zelf net zo hard mee.

Helaas is de overheid er steeds meer op gebrand om juist iedereen aan het werk te krijgen: sollicitatieplicht, sollicitatie-trainingen en desnoods vrijwilligerswerk: allemaal bedoeld om maar zo veel mogelijk aan de slag te zijn.

En dan heb je nog de flexcontracten. Deliveroo, bezorgen van snelle maaltijden probeert de medewerkers te ontslaan om ze een flexibel contract te geven en ZZP-er te maken. Dat willen ze – volgens onderzoek van Deliveroo – graag zelf. De bouw kan geen personeel meer aantrekken omdat ze de afgelopen jaren in slechte tijden een deel hebben moeten ontslaan: deze mensen is als ZZP-er aan de gang en juist die groep durven ze weer niet in te huren vanwege onduidelijke regelgeving.

Er moet de komende jaren heel veel haast worden gemaakt met de modernisering van de arbeidsmarkt om mensen die er nog in zitten gezond te houden, en mensen die aan de rafelranden zitten met vage ZZP-constructies juist te helpen om betere sociale zekerheid te krijgen.

86 – Redding van de online uitgevers

Online (media) uitgevers staan al bijna 10 jaar onder druk: het verdienmodel voor online content zoals nieuws is stuk. Het werkt ongeveer zo:

Merken als NU.nl verdienen geld door advertenties te tonen. Deze advertenties leveren geld op per 1.000 vertoonde reclames. De gemiddelde prijs voor 1.000 vertoningen is de afgelopen jaren subsequent omlaag gegaan tot ongeveer €2,- effectief. Dit betekent dat uitgevers meerdere bannerposities op een pagina plaatsen, en soms ook kiezen voor grote- of unieke formaten: deze leveren meer geld op maar zijn irritanter voor de consument. Toch is de hoeveelheid geld die verdiend wordt aan deze banners vooral voor middelgrote uitgevers lang niet genoeg om de kosten van een heel redactie- en beeldteam te bekostigen. Laat staan betekenisvolle (onderzoeks) journalistiek. Daarom zijn veel kranten achter een betaalmuur verdwenen en hebben het model van de banners min of meer losgelaten.

Gisteren was er ineens echter een interessant stuk op Tweakers: over de opkomst van stiekeme crypto-miners. Deze crypto-miners worden op webpagina’s verstopt en zetten jouw computer aan het werk om virtuele munten te ‘minen’. Naarmate je een krachtigere computer hebt gaat dit sneller. Kortom: jij leest een artikel, en op de achtergrond wordt je computer aan het werk gezet om te schatgraven naar digitale munten. De beruchte Pirate Bay heeft hier mee ge-experimenteerd als vervanger voor banners, en daaruit bleek eigenlijk dat dit best een aardig model kan zijn. Mits je dus virtuele munten zoekt die nog niet al te veel competitie hebben, want de waardevolle Bitcoins (€7.400 per stuk) hebben inmiddels teveel concurrentie gekregen.

Nu kun je die crypto-mining situatie zien als een stiekeme manier om geld te verdienen aan jouw computer-power, en dat is het natuurlijk ook. Maar persoonsgegevens verkopen om reclame te laten zien is dat ook. Ik zou het denk ik nog niet eens zo bezwaarlijk vinden wanneer websites dit zouden doen, zolang ze dit duidelijk aangeven, en mijn computer niet onnodig langzaam maken. Maar normale computers zijn in ‘normaal’ gebruik nauwelijks meer dan 10% in ‘gebruik’ dus je zou dit normaal gesproken helemaal niet moeten merken. Bovendien kunnen websites een grens instellen aan de hoeveelheid capaciteit die de schatgraver maximaal mag vragen van je systeem. Dat lijkt me niet veel meer dan eerlijk.

Dit systeem kun je overigens ook inzetten om bijvoorbeeld grootschalig rekenwerk te doen voor bijvoorbeeld kankeronderzoek waar veel processorkracht nodig is om DNA berekeningen te doen. Dan sla je eigenlijk twee vliegen in één klap: je helpt aan een duurzaam business model én doet iets goeds voor de wereld.