Het is komkommertijd, en in plaats van het lezen van het ‘hitte-liveblog’ kwam ik dit enigzins warrige betoog tegen in de Volkskrant van Mathilde Sanders die als onderzoeker aan de Universiteit van Utrecht is verbonden.

In dit opiniestuk haalt ze een aantal dingen door elkaar waarvan het me fijn lijkt om deze toch uit elkaar te laten. Want het zijn – zoals ze zelf ook al aanhaalt – wel hele belangrijke zaken.

Laten we starten met de titel, de premisse: journalisten en wetenschappers moeten hun werk als de donder bij big tech weghalen.

Er is nogal iets af te dingen om deze titel, want ‘weghalen’ betekent in mijn optiek dat je alle content verwijderd die je daar ooit geplaatst hebt. Dat kan, maar deze data is natuurlijk al verloren gegaan. Het is denk ik wat slimmer om te zeggen: ,,stoppen met het voeden van..”

Verder stelt het stuk dat technologie nooit politiek neutraal is. Dit is op zich voer voor een heel nieuw opiniestuk, maar ze houdt het in dit stuk bij de opmerking dat Trump decreten heeft getekent tegen ‘woke’ AI modellen. Gevoelsmatig past dit nog niet helemaal in het betoog.

Vervolgens wordt het allemaal meteen wat curieuzer – of warriger, zo je wilt – want het gaat verder met:

Ondertussen proberen Europese mediabedrijven, die ouderwetse journalistiek financieren, zich te weren tegen de Amerikaanse big tech door te consolideren, zoals de recente overname van RTL door DPG Media opnieuw illustreerde. De keuze tussen enerzijds de bescherming van de pluriformiteit, en anderzijds minder afhankelijkheid van Amerikaanse big tech, lijkt een lastige. Toch hoeft dit niet zo te zijn.

Volgens mij bestaat er niet zoiets als ‘ouderwetse journalistiek’. Journalistiek is journalistiek, ongeacht het medium waarop dit verschijnt.

Over consolidatie in de Nederlandse nieuwsmedia is al vrij veel geschreven, ik denk dat John Oliveira hier een zeer interessant stuk over schreef op zijn platform OneWorld.

Ik geloof niet dat er bij DPG of Mediahuis erg veel mensen zijn die daadwerkelijk geloven met Google te kunnen wedijveren door het doen van overnames. Daarvoor is ons advertentiemodel in de Nederlandse nieuwsmedialandschap helaas al veel te veel opgeslokt door Google. Dit is overigens geen fenomeen dat gisteren is ontstaan, toen ik 17 jaar geleden begon bij Ilsemedia (ja die van de zoekmachine) was Google ook al de defacto grootste mediapartij. Heel lang vond niemand dat al de problematisch want de markt groeide en groeide, en zelfs met een (paar) procent marktaandeel kon je altijd nog prima geld verdienen, getuige de ski-reis die we met 150 man personeel maakten dat jaar.

Laten we vanwege de lengte van dit stuk ons focussen op de rode draad in het artikel, want dat stelt dus dat pluniformiteit de journalistiek niet gaat waarborgen maar de techniek dus wel.

Log dus als journalistiek medium niet meer in bij Google of Meta, maar kies voor open source software, voor een decentraal softwareprotocol (zoals ActivityPub of Matrix) en voor eigen servers om data op te slaan. Dat is hoe het werkt in het zogenaamde Fediverse, een ecosysteem als alternatief voor big tech.

Hier gaat Mathilde een nogal curieuze weg in die ik graag wil debunken. Arne van der Wal, één van de oprichters zei me ooit: ,,Follow the Money is geen technologieplatform, we zijn een journalistiek platform.” De keuzes die uitgevers maken om al dat niet aanwezig te zijn op bepaalde platformen is niet gedreven door de technologie die deze platformen gebruiken maar louter op de eyeballs: zit er daadwerkelijk bereik op deze platform die geinteresseerd is in de journalistieke missie en inhoud van het platform.

Ik vond Bluesky bij de introductie een heel interessante concurent van Twitter/X dat in die tijd (een jaar geleden) enorm verruwde. Bovendien is Bluesky gebouwd op de principes van de fediverse heeft de afgelopen maanden. Helaas heeft het platform de afgelopen maanden ook nauwelijks groei doorgemaakt in het aantal nieuwe gebruikers en lijkt nu vooral nog op een echokamer van mensen die het roerend eens zijn met elkaar. Natuurlijk kun je daar een eigen ‘dataserver’ starten en interactie proberen te faciliteren, maar waarom niet aanhaken op plekken waar al veel bezoekers zijn? Zoals LinkedIN? Slimme journalisten die daar aan de slag zijn gegaan met hun opinie-stukken zoals Ties Joosten, (13.000 lezers op zijn klimaatnieuwsbrief), Joris Heijn met zijn 4.000 lezers over de Nederlandse economie of Jan Hen Strop (ook 4.000 lezers voor zijn nieuwsbrief over de rechtstaat). Zitten er nadelen aan deze opzet? Ja tuurlijk: je publiceert op ‘earned media’. Op ieder moment in tijd kan (en zal) LinkedIN beseffen dat dit gratis bereik ook kan worden ‘gemonetized’. Dat is een lelijk woord voor: het kan worden misbruikt om er geld mee te verdienen. Deze truc is onder big tech al zo oud als de weg naar Rome: je laat publiek bereik opbouwen, en vervolgens knijp je dat bereik langzaam dicht.

Is het daarom beter om op je eigen platform te publiceren? Ja, want je hebt alle controle. Nee, want je hebt veel minder bereik.

Het opiniestuk maakt vervolgens een uitstapje naar wetenschappelijke uitgevers zoals Wolters Kluwer en dat zij bezig zijn met het ontwikkelen van AI systemen. Hier zijn overigens ook genoeg startups mee bezig zoals in Nederland Legalmike en meer US gebaseerde Harvey. Ik zou Wolters Kluwer niet direct willen scharen onder big tech, maar je zou wel kunnen betogen dat deze uitgevers wetenschappelijke publicaties gratis ontvangen (en toch ook onderdeel horen te zijn van publiek domein) en deze toegankelijk maken via dure abonnementen waarvan de advocatuur zich min of meer gedwongen voelt om deze af te nemen.

We dwalen weer af.

Traditionele media verspreiden nog steeds veel content via big tech platformen. DPG Media, Mediahuis Nederland en Mediahuis NRC hebben recent een deal gesloten met Google Nieuws Showcase.Ook de interactie met het online publiek loopt ook nog steeds via big techkanalen. Wie geen eigen socialemediaplatform heeft, heeft zelf de regie niet – want big tech zit er altijd tussen.

Nu is het niet meer ouderwets, maar is het ineens traditioneel.

Je kunt vinden wat je vindt over een deal met Google Nieuws: het is een feit dat ze nog steeds verantwoordelijk zijn voor een flink percentage van verkeer. Aanwezigheid in Google nieuws zorgt voor kliks. Die kliks zorgen uiteindelijk voor conversie naar abonnementen.

Het klopt overigens als een bus dat je geen regie hebt over je ‘earned media’, dus de aanwezigheid op de platformen van big tech. Ik denk dat er in medialand ook veel bewustzijn bij is. Dit bewustzijn is vermoedelijk een stuk lager onder bijvoorbeeld influencers die er voetstonds vanuit gaan dat platformen als TikTok of Instagram niet ineens verdwijnen, daarbij hun volgers, accounts en beelden meenemend.

Hoog tijd voor kennisinstellingen en journalistieke media om deze cirkel te doorbreken; ze moeten zelf de vruchten van hun eigen kennis en content plukken, om zichzelf niet overbodig te maken. Ze moeten hun eigen content, en de communicatie met hun eigen publiek, als de donder naar alternatieve netwerken halen en op hun eigen servers zetten, zodat ze zelf de regie kunnen voeren over hun intellectuele eigendom, de moderatie daarvan en aanbevelingen van content.

Dit is in principe best een goed idee, maar nogmaals; uitgevers kiezen niet op basis van principes, maar op basis van de manier waarop ze geld kunnen verdienen. Dus waar daar waar publiek is. Overigens is ‘op eigen servers zetten’ absoluut geen garantie dat je daarmee volledig ‘in control’ bent. Een partij als OpenAI kan nog steeds met crawlers je website leeghalen en trainen. Dat is geen theoretisch scenario meer maar iets waar je je actief voor moet wapenen.

Veel van het restant van het betoog kan eigenlijk worden samengevat met: ,,omdat het bereik / publiek daar is”.

Waarom zouden regionale omroepen bijvoorbeeld überhaupt een mondiaal platform als X, Facebook of Instagram gebruiken? Het slaat toch eigenlijk nergens op dat een lokale bakker of kapper een mondiaal netwerk nodig heeft om bewoners in de buurt te bereiken? 

en:

Waarom zouden lokale bakkers en kappers de hoge commissie moeten betalen voor advertenties die de grote platformen vragen? Waarom één organisatie het hele netwerk bezitten, dat maar één serversysteem, één centrale login, en één moderatiebeleid heeft voor de hele wereld?

Moderatiebeleid voor de hele wereld klinkt denk ik een beetje minority report achtig. Het is big tech niet te doen om mensen te modereren, het is de platformen te doen om zoveel mogelijk tijd te kapen.

We moeten uitkijken om de Fediverse niet te gaan zien als utopische realiteit waarin alles van iedereen is, en er niemand meer ‘de baas’ is. Ook het opzetten, onderhouden en uitbouwen van deze netwerken kost tijd en geld. Geld dat de mediawereld goed kan gebruiken om te focussen op betere journalistiek dan het ‘hitteliveblog’.